Op 31 december 1974 werd de laatste steenkolenmijn in Limburg, de Oranje Nassau 1 (ON1) in Heerlen, gesloten. Nadat de koempels het licht ondergronds doofden, brak een ingrijpende periode aan voor de regio. Niet alleen voor de duizenden mijnwerkers, maar zeker ook voor hun kinderen. Wim de Jong van de Open Universiteit interviewde de afgelopen maanden zoān dertig zonen en dochters van mijnwerkers om hun herinneringen vast te leggen. Hij presenteerde zijn onderzoek in het L1 radioprogramma De Stemming.
Zwaar en gevaarlijk werk
Het zijn nu eens niet de verhalen over het zware en gevaarlijke werk van de mijnwerkers zelf, maar de ervaringen van hun kinderen die aandacht krijgen. Opvallend is dat zij ondanks de moeilijke omstandigheden die de mijnsluitingen met zich meebrachten, warme herinneringen koesteren aan hun jeugd. De frustratie zit hem vooral in de negatieve beeldvorming over de voormalige mijnstreek.
Een mijnwerker aan het werkĀ© NationaalArchief.nl
Veel respons
Oproepen van De Jong via L1 en De Limburger leverden in korte tijd 240 reacties op van mijnwerkerskinderen. De meesten woonden nog in Zuid-Limburg, maar er kwamen ook reacties van mensen die naar elders verhuisd waren. Uiteindelijk selecteerde De Jong een zo representatief mogelijke groep van 30 gesprekspartners.
Saamhorigheid
Mijnwerkerskinderen herinneren zich de saamhorigheid en de verbondenheid in de mijnwerkerswijken, de zogenoemde koloniĆ«n. Het was gebruikelijk dat bewoners hun stoelen voor het huis tegen de gevel plaatsten en urenlang kletsten met de buren. “Het was gezellig, we hadden een leuke tijd”, herinnert een dochter van een mijnwerker zich. Mijnwerkerskinderen zeggen ook opvallend vaak dat de vermeende invloed van de kerk best meeviel. En dat ze het erg naar hun zin hebben gehad in de kerk.
Monument
“Je herinnert je je kindertijd natuurlijk graag positief”, zegt Wim de Jong. Toch weten de mijnwerkerskinderen maar al te goed dat hun vaders hard en gevaarlijk werken verrichtten. De geĆÆnterviewden willen vooral een monument oprichten voor hun vaders, merkte De Jong. Echt emotioneel worden de gesprekken dan ook als het gaat om het werk dat ondergronds onder extreme omstandigheden werd uitgevoerd.
Frustraties
Opvallend is dat de mijnwerkerskinderen niet verongelijkt zijn. Ook De Jong had dat verwacht op het moment dat de periode na de mijnsluitingen aan bod kwam. “Vantevoren denk je dat de frustraties groot zijn. Dat valt dus wel mee bij de generatie mijnwerkerskinderen die nu tussen de 50 en 70 jaar oud zijn. Wat eigenlijk opvallend is. Mensen die je interviewt ergeren zich juist aan de beeldvorming. Ze zeggen dat ze zich helemaal niet zo slecht behandeld voelen door de overheid na de mijnsluitingen.”
Beeldvorming
Boosheid onder mijnwerkerskinderen kwam in de interviews dus vooral naar voren als het ging over het imago dat gecreĆ«erd is van de voormalige mijnstreek; een regio die alleen zou bestaan uit problemen. “Media in de rest van het land lijken alleen maar geĆÆnteresseerd in verhalen over bijvoorbeeld tienermoeders en jongens die in de gevangenis zijn beland. Een soort standaardverhalen die de hele tijd herhaald worden. ‘We zijn toch wel wat meer dan alleen arm'”, verzuchtte een vrouw tegen De Jong.
Mijnsluitingen
De sluiting van de mijnen in de jaren ’70 betekende voor veel gezinnen niet alleen het verlies van werk, maar ook van een identiteit. “Er was teleurstelling, er waren gebroken beloftes”, zegt een van de geĆÆnterviewden. De overheid beloofde vervangende werkgelegenheid, maar de realiteit was vaak anders. De beloften van nieuwe banen werden niet altijd waargemaakt, wat leidde tot een periode van grote werkloosheid en onzekerheid voor veel gezinnen.
Bevrijding
Maar zelfs in deze moeilijke tijden kwamen er ook positieve verhalen naar voren. Voor sommigen betekende de sluiting een bevrijding, een kans om een nieuw leven op te bouwen buiten de mijnen. Een zoon herinnert zich dat zijn vader nerveus aan zijn nieuwe werk begon, maar er al snel achter kwam dat het hem veel vrijheid bracht: “Hij was vrij met zijn eigen auto, hij reed door heel Limburg en kwam bij mensen thuis over de vloer. Een heel ander leven dan in de mijn.” De mijnsluiting gaf ook vrouwen vrijheid, ze gingen werken, wat hen meer onafhankelijkheid bracht.
Multiculturele samenleving
Een opvallend terugkerend verhaal van de kinderen van mijnwerkers is het geslaagde multiculturele karakter van de regio. Veel mijnwerkers kwamen uit andere delen van Europa, vooral uit ItaliĆ«, SloveniĆ« en Polen. In een tijd waarin integratie en multiculturalisme vaak als problematisch worden gezien, wijzen de kinderen van mijnwerkers erop dat het samenleven van verschillende nationaliteiten in de mijnstreek altijd goed is gegaan. “Het was een voorbeeld van hoe mensen met verschillende achtergronden toch samen konden werken”, aldus Wim de Jong. Het werk in de mijnen vereiste niet alleen fysieke kracht, maar ook de mogelijkheid om als team te functioneren, ongeacht je afkomst.
Archief
De interviews die de afgelopen maanden zijn afgenomen worden bewaard bij TracƩ, de nieuwe naam van Sociaal Historisch Centrum Limburg. Ze zijn online voor iedereen te raadplegen. De Jong gaat de interviews gebruiken voor wetenschappelijke publicaties en lezingen. In mei presenteert hij zijn interviews in de ON1 schacht van het Nederlands Mijnmuseum in Heerlen.
Bron: L1 Nieuws, Frank Ruber , 13-12-24