Op dinsdag 11 september hield de werkgroep van de Stichting Historische Kring Het Land van Herle de eerste vergadering na de zomerstop. Spreker was ons werkgroeplid Emile Ramakers.
Enige tijd geleden stond in het Limburgs Tijdschrift voor de Genealogie met een beknopte biografie over George de Rosen als pauselijk zouaaf geschreven door Marcel Krutzen. Dit artikel zette Emile, die al 45 jaar de geschiedenis van het kasteel en de bewoners van kasteel Strijthagen bestudeert, er toe aan nog eens in de stukken over George de Rosens familiale achtergrond te duiken. In zijn lezing vertelde hij ons wat meer over de bewoners van kasteel Strijthagen in de 19e eeuw.
Kasteel Strijthagen in Schaesberg
De familie de Rosen
Kasteel Strijthagen komt in het bezit van de familie de Rosen via Willem von Lommessen. Deze Willem, een Duits edelman die de titel van ābaronā mag voeren, kocht kasteel Strijthagen in 1811. Hij kocht het van baron Frans von Collenbach, gehuwd met Maria Theresia (de) Clotz. Haar familie was sinds 1700 in het bezit van het goed Strijthagen.
Van Lommessen verbouwt het kasteel grondig. Hij voorziet het onder meer van grote ramen en dempt de grachten. In 1813 trouwt hij met zijn nicht Clara Eaferts. Zij krijgen een dochter die op tweejarige leeftijd overlijdt. Zij benoemen een nichtje dat later hun dochter genoemd wordt tot erfgename: Marie Augusta Josephine Anne Hubertine Antoinette von Lommessen (1821-1875). Marie Augusta trouwt in 1846 met Leopold Joseph Victor de Rosen, (1816-1864) afkomstig uit Maastricht. Zij krijgen twee zoons: Guillaume Pierre Charles Marie baron de Rosen 1846-1872 en Georges Antoine Marie Hubert baron de Rosen 1849-1895.
Leopold Joseph Victor is actief in de politiek; hij is onder meer lid van Provinciale Staten van Limburg. In 1827 wordt hij niet herkozen in de Provinciale Staten. Van 1847 tot 1849 is hij burgemeester van Schaesberg. Hij overlijdt in 1864. Zijn vrouw Marie Augusta Josephine Anne Hubertine Antoinette de Rosen- von Lommessen sterft in 1875.
George de Rosen
De oudste zoon Guillaume overlijdt in 1872 na een val van zijn paard. Zijn broer Georges Antoine Marie Hubert kreeg in 1867 van koning Willem III toestemming om in pauselijke krijgsdienst te treden. Hij keert al snel weer terug naar Schaesberg wegens ziekte. De vraag is of hij actief gevochten heeft. Hij was in het bezit van het Kruis van Mentana en een pauselijke onderscheiding. Het is niet helemaal duidelijk waarvoor hij die onderscheidingen gekregen heeft. De vraag is ook waarom hij dienst genomen heeft als zouaaf: was het geloofsijver, of balorigheid? Volgens de Limburgse Tachtiger Frans Erens, die als kind met zijn ouders in kasteel Strijthagen over de vloer kwam, was het balorigheid. In september 1876 werd George burgemeester van Schaesberg. Hij overlijdt in 1895 kinderloos.
Wervingsposter zouaven
De verkoop van kasteel Strijthagen
De erfgenaam van Strijthagen is zijn nicht. Deze nicht, Maria barones von Broich, weduwe van Xavier, ridder de Spirlet, te Luik, verkoopt kasteel Strijthagen met aanhorigheden aan Friederich Honigmann te Aken, eigenaar van de Oranje-Nassaumijnen in Heerlen. Het de overgang van kasteel Strijthagen in de handen van Friedrich Honigmann zijn we in de 20e eeuw aangekomen.
Emile heel hartelijk bedankt voor je boeiende trip door de 19e eeuw! En wie weet over enige tijd een artikel in MijnStreek?