āWij eisen een pensioen en geen aalmoesā , āEen normaal mens snapt toch niets van die staatjes van het AMFā. Dit was een gangbare opvatting onder voormalige mijnwerkers. Bijna vijftig jaar geleden, op donderdag 18 september 1975, trokken ruimten 3800 voormalige mijnwerkers, verdeeld over 78 bussen vanuit Limburg naar Den Haag. Zij liepen onder de leus: āWij eisen een pensioen en geen aalmoesā. Hub Cobben uit Hoensbroek, voormalig meesterhouwer van de Staatsmijn Emma, en na zijn pensionering voorzitter van de Beroepsgroep Gepensioneerden binnen de ABW (Algemene Bond van Werknemers) organiseerde de mars op Den Haag. Hij zette zich onder meer in voor mijnwerkers die door een onvolledige dienstperiode een beperkt pensioen ontvingen. Bovendien pleitte voor waardevastheid van alle pensioenen.
Ter toelichting: āDe hoogte van het pensioen werd beĆÆnvloed door het aantal dienstjaren, de mate waarin toeslagen waren opgenomen in het grondlonen de mate van inflatie na de pensionering of de invaliditeit. Uiteindelijk bepaalde het moment waarop het AMF besloten had voor elk van die problemen een compensatie te verstrekken de hoogte mede . De uitgekeerde bedragen liepen daardoor sterk uiteen. Mijnwerkers konden niet goed verkaren waar deze verschillen vandaan kwamenā, aldus Erik Nijhof. Dit valt te lezen in āOmstreden erfenissen: het mijnwerkerspensioen en de silicoseā gepubliceerd in: Mijnwerkers in Limburg. Een sociale geschiedenis onder redactie van Ad Knotter.
Volgens Erik Nijhof docent-onderzoeker aan de universiteit van Utrecht, vormt de demonstratie een hoogtepunt maar ook een afsluiting van de pensioenperikelen in de mijnstreek. Deze problemen begonnen in 1919 met de oprichting van het AMF; het Algemeen Mijnwerkers Fonds.