In 2021 publiceerde het LGOG deel 26 in de serie Werken. Prof. dr. Louis Berkvens schreef dit. Het draagt de titel ‘Het Leenrecht Vergadert…’ Een geschiedenis van de Keurkeulse Mankamer te Heerlen in de vroegmoderne periode (1469-1795).
De Keurkeulse Mankamer
Sinds de 12e eeuw beschikten de keurvorst/aartsbisschoppen van Keulen over leengoed in het Land van Valkenburg, langs de Worm en in het Land van Ter Heiden. Vanaf de vijftiende eeuw vormden de bezitters daarvan een aparte groep onder hun leenmannen. Deze leenmannen berechtten leenrechtelijke geschillen in eigen kring. Deze rechtbank stond onder leiding van een stadhouder. Aanvankelijk was er sprake van ambulante rechtspraak. Omstreeks 1469 veranderde dit en werd de rechtspraak geĆÆnstitutionaliseerd. In 1518 werd de Keurkeulse Mankamer te Heerlen voor het eerst met zekerheid als reeds bestaande instelling in bronnen vermeld.
Vanaf 1548 veranderde de positie van de Keurkeulse Mankamer sterk ten gevolge van de moderne staatsvorming in het gebied tussen Maas en rijn. Met een beroep op hun soevereiniteitsrechten onderwierpen de bezitters van de Landen van Overmaze vonnissen van de Keurkeulse Mankamer voortaan aan hoger beroep op de Raad van Brabant te Brussel en nadien te ‘s-Gravenhage. Deze ontwikkeling leidde tot talrijke jurisdictiegeschillen en diplomatieke incidenten met de Keurvorsten van Keulen tot aan het einde van het Ancien RĆ©gime (1795).
Het boek biedt een overzicht van de geschiedenis en de organisatie van de Keurkeulse Mankamer en behandelt daarnaast aspecten van het formele en materiƫle leenrecht. Aan de hand van drie uitgewerkte voorbeelden wordt de praktijk van het vroegmoderne leenrecht inzichtelijk gemaakt.
Bestellen
Het boek kost ā¬ 25,00 euro bij afhalen en ā¬ 30,00 inclusief verzendkosten. Bestelling via info@lgog.nl met opgave van naam en adres en gelijktijdige overmaking van het verschuldigde bedrag op IBAN: NL28 INGB 0006 53 23 69 t.n.v. LGOG te Maastricht o.v.v. Leenrecht.