Voor onze tweede werkgroepbijeenkomst van dit jaar op maandag 13 februari stond een bijzondere activiteit op de agenda. In plaats van de gebruikelijke lezing door een van onze werkgroepleden of een externe spreker, stond er een actuele discussie op het programma.
Menigeen zal opgemerkt hebben dat het Nieuw Nederlands Mijnmuseum het nodige los heeft gemaakt bij een aantal regionale historici. Recentelijk haalde de discussie tussen deze historici, waaronder ons werkgroeplid Marcel Put en vertegenwoordigers van het NMM de media, waaronder De Limburger (DL 30-01-23).
Het thema
De vraag waar het in de discussie tijdens deze vergadering draaide was: wat moet er bij het Nieuw Nederlands Mijnmuseum (of bij welk museum dan ook) centraal staan. Gaat het om een zo objectief mogelijke weergave van de historische feiten of moet de ābelevingā van het Limburgs Mijnverleden centraal staan? En mag te dienste van deze ‘beleving’ ā een klein beetje ā de hand gelicht worden met de feiten. Zo zou zou een en ander mogelijk wat toegankelijk(er) of smeuĆÆger worden voor een groter publiek. Voor deze discussie waren, naast de werkgroepleden, nog twee bijzondere gasten uitgenodigd. Dit waren Egid van Houtem, sinds 1 december 2022 directeur van het NMM en Kevin Raetsen, collectiebeheerder en āhuismeesterā van het NMM.
Introductie
De avond werd geopend door voorzitter Will Terpstra die een ieder hartelijk welkom heette. Hij begon met de stelling dat wij als werkgroep heel blij zijn met de komst van het museum en dat we onder de indruk zijn van de prachtige opzet ervan. Hij schetste vervolgens in het kort de voorgeschiedenis die geleid heeft tot deze discussie. Bij een bezoek in mei 2022 van een aantal werkgroepleden van de Historische Stichting Het Land van Herle aan het museum was de deelnemende historici en andere deskundigen iets opgevallen. Veel van de informatie op de begeleidende tekstbordjes was feitelijk onjuist. Men had sterk de indruk dat het NMM zich sterk had laten leiden door het boek van Marcia Luyten Het geluk van Limburg. Dit boek is echter geen historisch werk want het bevat heel wat feitelijke en historische onjuistheden. Op zijn best is het een geromantiseerde biografie van de Kerkraadse zanger Jac Vinders. Een aantal historici is toen in de pen geklommen om deze onjuistheden aan te kaarten. Helaas is hiermee niets gedaan.
Discussie
Na de introductie volgde een voorstellingsronde waarbij alle aanwezigen kort iets over zichzelf vertelden en wat hun link met het mijnverleden c.q. mijnmuseum is. Hierna ging het gesprek over hoe de feitelijke informatieverstrekking in het museum verbeterd kan worden. Een van de opmerkingen was dat er objecten in het museum staan en dat er ābelevingā is maar dat veel verhalen niet kloppen. Een ander geluid was dat van een werkgroeplid dat gevraagd was om advies bij de totstandkoming van het museum. Tot zijn frustratie en teleurstelling moest hij vaststellen dat er met die adviezen niets gedaan is. Een van de hardnekkige onjuistheden die in het museum terug te vinden is, is de inmiddels beruchte āBontjassenmytheā. In de glorietijd van de mijnbouw zou de bontjassendichtheid in Heerlen de hoogste van heel Nederland geweest zijn. Dit is een leuk verhaal, maar historisch niet onderbouwd.
Vertegenwoordiging van het NMM
Nadat de historici hun verhaal gedaan hadden, namen de gasten van het NMM het woord. Egid van Houtem, de nieuwe directeur, gaf aan pas sinds twee maanden in functie te zijn. Hij was niet bij de voorbereidingen betrokken en kent daarom ook niet de hele voorgeschiedenis. Hij erkende dat er in het voortraject afslagen gemist zijn. Ook geeft hij aan blij te zijn dat de historici zijn blijven aankloppen bij het museum met hun kritische opmerkingen. De directie zal een en ander grondig aanpassen. Mythevorming is onvermijdelijk. Mythen hebben een functie voor het vertellen van het verhaal, maar de feiten moeten wel kloppen. Ze willen de teksten op de bordjes aanpassen. Verder blijken een ook aantal andere zaken niet te kloppen. Ook hier wil men werk van maken. Zij noemen deze operatie heel toepasselijk āActieplan bontjasā. Het aanpassen zal een proces worden van langere adem. Het veranderen van de tekstbordjes is gemakkelijk en kan snel gebeuren, andere aanpassingen vragen wat meer tijd
Conclusie
Afgesproken werd een āmeedenktankā van historici te formeren die met de directie mee gaan kijken. Samen willen zij tot een feitelijk juiste weergave van het mijnverleden komen, waar de mijnwerkersverhalen in een laagdrempelige, aansprekende en levendige ambiance verteld worden.
Iedereen, en met name Egid van Houtem en Kevin Raetsen, heel hartelijk bedankt voor hun aanwezigheid!