La Verdurière Hollandaise is een aquatint uit de collectie van Koninklijk LGO. Zij hebben deze in langdurig bruikleen van het Bonnefantenmuseum in Maastricht (objectnummer 1002446). Louis Bernard Coclers (1741 – 1817) vervaardigde deze ets in 1780. Op deze ets zien we een vrouw op leeftijd met een knijpbrilletje boontjes doppen. In haar schort ligt een peul waarin de boontjes zichtbaar zijn. Om haar heen staan manden met meer peulen, maar ook kool en iets dat lijkt op ui. Gezien de hoeveelheid prenten die nu nog bekend zijn – alleen al in de collectie van het Rijksmuseum er bevinden zich vijf – was dit een populair thema.
Maar wat is een aquatint nu precies? Hiervoor gebruikte de kunstenaar een koperen of zinkplaat. Deze plaat wordt traditioneel (als bij een lijnets) volledig opgepoetst en ontdaan van zijn scherpe randen. Bij etsen gebruikt de maker een naald om lijnen in de vernislaag op de plaat te maken, maar bij aquatint gebruikt hij een harslaag die de plaat beschermt of open laat. Dit hars wordt in korrels of poeder op de plaat aangebracht in een stuifkast en vervolgens egaal verwarmd, waardoor het hars aan de plaat vast smelt. Door meer of minder hars te gebruiken ontstaat de gewenste dikte van de afdeklaag. De hars is bestand tegen het zuur dat gebruikt wordt om de tekening in te bijten. Op de plaatsen waar het hars de plaat niet beschermt, kan het etszuur de plaat ‘aantasten’ oftewel inbijten. Om volledig witte vlakken te verkrijgen, kan men ook delen van de plaat bedekken met een materiaal (bijvoorbeeld etsvernis) dat het zuur volledig tegenhoudt.